Eindhovense methodiek borgt duurzaamheid in projecten

07-12-2021
569 keer bekeken

Blijf op de hoogte van de actuele ontwikkelingen of voeg ze als geregistreerde deelnemer zelf toe.

 

Fotobijschrift: het eerste pilotproject voor circulair asfalt; de deklaagvervanging Insulindelaan op de ring. “Toen, in juli 2020, hadden we nog een hele “weg” te gaan. Inmiddels omarmen we de methode in onze reguliere projecten”, aldus Vieve Smulders.

Duurzaamheid door middel van pilots in projecten in te brengen is volgens Bas Drijvers, strategisch inkoopadviseur en Vieve Smulders, inkoopadviseur bij de gemeente Eindhoven, niet de manier. “Het is spelen in de zandbak. Heel veilig en vervolgens komt de ontwikkeling de zandbak niet uit.”

Het tweetal heeft een methodiek ontwikkeld waarmee duurzaamheid en zero emissie in kleine stapjes maar wel breed kan worden ingevoerd. De ervaring met de methodiek neemt toe en Drijvers en Smulders willen maar wat graag hun kennis delen. Alleen loopt de belangstelling nog niet over.

Pragmatisch. Zo is het tweetal misschien wel het best te omschrijven. Een uitspraak van Bas Drijvers op de Asfaltdag in 2019, dat je uitvoering belangrijker moet maken dan beleid als je duurzaamheid standaard wil integreren, onderschrijft die omschrijving als geen ander. Hij moet er om lachen, maar wil zijn uitspraak wel graag in ’zijn context' plaatsen. “Waar ik tegenaan liep en nog steeds loop, is dat de technische omschrijving van RAW beperkend is als het gaat om duurzaamheid. De RAW 2015 wordt geschreven met de kennis van 2011. We hebben een bevroren innovatie van 2012 tot 2021. En dan bedoel ik het beleid. Tijdens een marktconsultatie die Vieve en ik op touw hebben gezet, zagen we dat bijvoorbeeld alle aannemers 98 procent gerecycled materiaal kunnen gebruiken in asfaltmengsels. Toen is bij ons het zaadje geplant dat, als de markt het aan kan om dezelfde kwaliteitseisen te borgen en het prijstechnisch niet anders is dan wat we gewend zijn, we daar maar eens voor open moeten staan. Laten we nu eens kijken wat die markt kan brengen op het gebied van duurzaamheid.”

Effectief

Daarbij stond hen voor ogen dat er iets handzaams moest worden gemaakt dat iedereen begrijpt. “Maak er geen twintig pagina’s tellend plan van, maar maak het effectief”, benadrukt Drijvers. Vieve maakte er een matrix van. Een rekenkundige EMVI noemt Drijvers het. De aannemer vult de gegevens in van het meest duurzame asfaltmengsel en onderaan staat hoeveel meerwaarde daarvoor geldt. Voor asfalt is de matrix inmiddels binnen de gemeente omarmd. Smulders: “Met de methodiek bieden we comfort. Voor de beheerder die er een kwalitatief goed product mee krijgt. Comfort voor de projectleider want hij krijgt zwart asfalt binnen de opgave die hij heeft om technisch te omschrijven. De ontwerpers bieden we comfort want ze krijgen het asfalt wat ze hebben gevraagd. En uiteindelijk geven we ook comfort aan de interne opdrachtgever, want de beheerder is tevreden dat de beheerskosten niet toenemen als je deze methodiek gebruikt.”

Zero emissie

Behalve voor asfalt heeft Vieve nu ook een matrix voor zero emissie ontwikkeld. Deze moet gaan helpen bij de beslissing van Eindhoven om in 2025 alleen nog maar zero emissie vrachtwagens en bedrijfswagens binnen de ring van de gemeente toe te laten. “Dat besluit heeft immers effect op alle langdurige projecten of contracten die wij hebben en geeft aanleiding om zero emissie in contracten voor te schrijven.” Zo ontstond het idee om voor een groot raamcontract de stratenmakers die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de stad, uit te dagen. Drijvers: “In de uitvraag vroegen we om zero emissie bedrijfswagens toe te passen. De aannemer die won komt met veertien emissievoertuigen en wil daar ook volledig op investeren. Dit succes met het stratenmakersbestek zorgde ervoor dat we ook met een schildersbestek zijn begonnen. Uiteindelijk komt er nu een schilder met zes bakfietsen naar de stad. "Kijk”, benadrukt hij, “dat is een vliegwiel. Als je een gewone vraag stelt, dan zie je dat de markt daar best toe genegen is. Door een project specifiek en breder te vragen en vooral heldere piketpalen in de tijd te plaatsen, zorg je ervoor dat aannemers nadenken over de investeringen die zij willen gaan doen.”

Drie onderwerpen

Vieve Smulders heeft zero emissie in drie onderwerpen onderverdeeld namelijk werktuigen, voertuigen en gereedschappen. “Van de aannemer vragen we om voor een project alle voertuigen die ze inzetten op categorie in te vullen. Heel grofmazig: zero emissie, traditioneel met biobrandstof of traditionele brandstof. Na het invullen van de matrix is direct te zien hoe hoog de meerwaarde van de hoogst haalbare kwaliteit is”, licht Vieve de werking van de matrix toe. De gegevens die aannemingsbedrijven invullen, wordt - als het gaat om raamcontracten - over meerdere jaren verdeeld. “Dan kunnen ze stapsgewijs hun duurzaamheid invullen en zie je de ontwikkeling die een bedrijf in dat tijdsbestek doormaakt. En”, voegt Drijvers eraan toe, “er zit een prikkel in om dat zo vroeg mogelijk te doen, want dan kunnen ze een korting krijgen. In de contracten zit een borging voor het verduurzamen, want als je nu een contract afsluit voor zes jaar op basis van de innovaties van vandaag, dan heb je over zes jaar nog steeds wat je nu uitvraagt. Door het op deze wijze aan te vliegen, geef je ruimte om vernieuwingen uiteindelijk toch toe te passen.”

Standaard methodiek

Drijvers en Smulders zijn helder. Dit wordt wat hen betreft het nieuwe normaal. “Binnen de gemeente moet het onze standaard methodiek zijn. Zero emissie moet, tenzij je zwaarwegende argumenten hebt om het niet te doen.” Door dit bij inkoop centraal te stellen, wordt ook de markt in beweging gezet. Drijvers: “Die ziet dat het de opdrachtgevers serieus is en zal daarop acteren. Het verbaast mij weleens dat mensen de inkoopkracht niet zien. Als je een vraag stelt aan de markt, krijg je heus een antwoord. We zijn wat dat betreft nog heel voorschrijvend naar de markt toe. Buiten Eindhoven is het gat echt groot.”

Platgelopen

Dat erkent ook Smulders, wiens deur door collega gemeenten lange tijd niet werd platgelopen. Inmiddels neemt de belangstelling voor de ‘Eindhovense methodiek’ wel wat toe. Tegelijkertijd ziet ze dat haar collega’s in andere gemeenten vaak dezelfde bewegingen maken. “Men gaat eerst onderzoeken. Proces moet eerst beleid zijn en dan komt de opdracht en dan pas het uitvoeren. Of - en dat zie je nog vaker - ze verwachten dat duurzaamheid extra geld kost. Dat geld komt er dan alleen als er een pilot van wordt gemaakt.”  Bas Drijvers knikt en zucht. “Dan komt de eerste brainstorm over de pilot, dan moet het zero emissie, duurzaam asfalt, duurzame stenen, meer groen, waterberging etcetera. En op het laatst is het in plaats van een schaap met vijf poten, een schaap met 63 poten. Waardoor, áls de pilot al wordt uitgevoerd, de opbrengsten niet meer herleidbaar zijn, laat staan dat het mogelijk is om op te schalen.”

Meer informatie over de Eindhovense aanpak of de exacte werking van de matrix? Neem contact op met Vieve Smulders via mail v.smulders@eindhoven.nl

 

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen