Hoe zorgen we ervoor dat circulariteit en duurzaamheid écht de standaard worden in infrastructuur? Die vraag stond centraal tijdens de eerste INDUSA-bijeenkomst van 2025. Het werd een middag vol inzichten en discussies, van slimme manieren om circulariteit in projecten te verankeren tot de uitdagingen van transitiemanagement. Een belangrijk uitgangspunt? Mensen moeten elkaar kunnen vinden om echt stappen te zetten.
Het Nieuwe Normaal
Het Nieuwe Normaal (HNN) is een vaste werkwijze voor duurzaam bouwen. Spreker Thijs Mackus legde uit hoe deze aanpak helpt om duurzaamheid meetbaar en uitvoerbaar te maken. Volgend Mackus zorgt HNN ervoor dat iedereen dezelfde taal gebruikt en duidelijke doelen stelt, bijvoorbeeld over materiaalgebruik, CO₂-uitstoot en hergebruik. Met heldere regels en meetbare doelen kunnen bouwprojecten duurzamer worden en draagt HNN bij aan de overgang naar een circulaire economie.
Mackus benadrukte dat duurzaamheid niet alleen een technische opgave is, maar ook een organisatorische en financiële uitdaging. Een circulair project is succesvol als er samenwerking is en als organisaties experimenteren en leren van elkaar. Belangrijke vragen zijn: hoe creëer je draagvlak? Hoe sluit beleid aan op circulaire ambities? Door kennis te delen en vast te leggen, kunnen duurzame innovaties sneller en beter worden toegepast.

Bovenstroom vs. onderstroom
Veranderen is meer dan alleen regels aanpassen of nieuw beleid maken. Het gaat om een andere manier van denken en werken. Dit werd duidelijk tijdens een discussie over de zichtbare en onzichtbare kanten van verandering in organisaties. In een organisatie is de bovenstroom alles wat je duidelijk kunt zien. Dit zijn bijvoorbeeld de missie en visie, het organogram en de plannen voor veranderingen. Dit zijn de formele regels, afspraken en structuren. De onderstroom is onzichtbaar en gaat over hoe mensen zich gedragen, welke normen en waarden er zijn en hoe de cultuur in de organisatie is. Dit bepaalt vaak of veranderingen echt werken of niet.
Tijdens de bijeenkomst ontstond een discussie over de balans tussen deze twee stromingen. Sommige deelnemers vonden dat circulaire initiatieven vastlopen door te veel focus op regels en prestatie-indicatoren, terwijl de praktijk soms juist flexibiliteit vraagt. Anderen benadrukten de menselijke kant: verandering brengt onzekerheid en weerstand met zich mee. Medewerkers voelen zich soms onzeker over hun rol of zien verduurzaming als extra werk. De conclusie was dat verandering niet van bovenaf opgelegd kan worden, maar moet groeien binnen de organisatie. Dit vraagt om luisteren, experimenteren en successen zichtbaar maken.
Conclusie
Aan het eind van de dag was één ding duidelijk: de transitie naar een circulaire infrastructuur is in volle gang, maar samenwerking is de sleutel om het écht te laten slagen. Door kennis te delen, successen op te schalen en kritisch te blijven kijken naar zowel bovenstroom als onderstroom, kunnen we duurzame innovatie versnellen. INDUSA blijft een verbindende rol spelen in deze beweging. Want alleen samen maken we de stap van goede intenties naar structurele verandering.